Afgelopen week hebben vele media wederom gretig bericht over een nieuw onderzoek aangaande familiebedrijven, uitgevoerd door Rotterdam School of Management in samenwerking met de accountants van BDO en de Rabobank. In algemene zin leeft er al een adagium dat de eerste generatie een bedrijf opbouwt, de tweede de boel in stand houdt en de derde generatie de deur dicht doet. Dat slechts 30% van de familiebedrijven de overdracht overleeft is echter een wel heel extreme uitkomst.
Probleem lost zichzelf op
Als het gehele MKB zou bestaan uit familiebedrijven met een gemiddelde DGA-leeftijd van circa 50 jaar, dan zou dit binnen afzienbare termijn tot een enorm banenverlies leiden. Toch zien we dat niet in de dagelijkse praktijk. Dit komt mijn inziens omdat het aantal familieoverdrachten afneemt. Met name in het middensegment van het MKB is de dalende trend van het aantal familieoverdrachten alle lange tijd zichtbaar.
Uit de door Marktlink uitgevoerde monitor (2015/2016) blijkt dat maar 45% van de huidige MKB-bedrijven een tweede generatie familiebedrijf is en dat ongeveer de helft van deze bedrijven zijn of haar bedrijf aan een familielid wil verkopen. Maar 16% van de ondernemers zou het erg vinden dat het bedrijf niet binnen de familie blijft. Dat de zonen en dochters niet staan te trappelen om het familiebedrijf over te nemen, blijkt ook uit een recent onderzoek van EY: slecht 3,9% van de studenten hebben de wens om in het eigen familiebedrijf aan de slag te gaan. Het aantal familieoverdrachten neemt aldus sterk af. Hoe zou dat komen?
Ten eerste ligt het in de verschuiving van de demografie.In de jaren ‘70 lag de gemiddelde leeftijd voor het krijgen van het eerste kind rond de 24 jaar. Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek ligt die leeftijd nu rond de 30. Dat verschil van zes jaar betekent veel in termen van opvolging. Veel van de ondernemers die rond hun 55 tot 60e levensjaar nadenken over verkoop, hebben kinderen van begin twintig. Bij deze jongelingen is het regelmatig nog helemaal niet opportuun dat zij het bedrijf overnemen.
Hiernaast rammelt de definitie ‘familiebedrijf’. De door veel onderzoeken gehanteerde definitie is dat een familiebedrijf een bedrijf is waar meer dan 50% van het bedrijf is in handen van een enkele familie en waar deze familie ook beslissende bevoegdheden heeft inzake bedrijfsvoering en opvolging. Echter uit de Marktlink Monitor bleek dat meer dan 50% van de bedrijven meer dan 1 eigenaar heeft en aldus helemaal geen familiebedrijf is in de traditionele zin van het woord. Binnen Marktlink is dat ook het geval. Daarentegen voelen we ons wel een echt familiebedrijf, waarbij voor ons de ideale opvolgers werkzaam zijn binnen Marktlink. Net zoals bij vele andere MKB-bedrijven.
Ondernemende families
De verwachting is dat familiebedrijven zich zullen transformeren naar ondernemende families. De ouders creëren kapitaal door het verkopen van het familiebedrijf aan de meeste geschikte externe koper. Met het vergaarde kapitaal komen de ouders echt toe aan rust en hebben ze tevens de mogelijkheid om de kinderen te helpen met het opstarten of kopen van bedrijven waar ze zelf de eerste generatie kunnen vormen.
Concluderend zijn de uitkomsten van het onderzoek overigens best schokkend te noemen, zeker gezien de enorme hoeveelheid menselijk leed die hier achter schuil gaat. Het goede nieuws is dat het met name in de achteruitkijkspiegel een probleem beschrijft dat zich in de praktijk elke dag minder voor doet. Het aantal familieoverdrachten is fors gedaald is en die daling zal de komende jaren doorzetten.
Deze blog is gepubliceerd op DeOndernemer.nl