„Honderden studies wijzen uit dat concerns geleid door families het steevast beter doen dan andere ondernemingen”, zegt advocaat Jozef Lievens, adviseur voor familiebedrijven en hoogleraar aan EHSAL Management School in Brussel. Hij schreef het boek ’Betrokken eigenaars, sterke familiebedrijven’. Over tien jaar boekten deze familiebedrijven 5,6% rendement, tegenover 1,2% bij niet-familiebedrijven in die periode. „Ik doe dit werk veertig jaar. Telkens geeft de doorslag dat familiebedrijven op de lange termijn koersen. Dankzij geconcentreerd eigendom, de familie, leidt dat tot een duidelijke visie.”
De beursgenoteerde familiebedrijven kunnen beleggers vaker een stabiel groeiend rendement bieden, zegt Lievens. Naast de langetermijnvisie weigeren ze zich zich diep in de schulden te steken. Ze tonen grotere betrokkenheid bij werknemers wat tot minder ziekteverzuim leidt en mijden vaker conflicten. De familietop is vaker al vroeg bezig met de overdracht van bestuur. Door hun grotere bescheidenheid, aldus Lievens, blijven ze onder de radar en uit de buurt van grote financiële risico’s. „Als je daarop filtert, zie je prima beleggingen.”
„Het aantal overnames is in vijf jaar onder familiebedrijven verdrievoudigd”, constateert partner Tim van der Meer bij Marktlink Fusies en Overnames. ,,Meer spaargeld zoekt met de lage rente naar rendement bij beleggers. De babyboom-generatie in familieondernemingen heeft bovendien opvolgingsproblemen gekregen. Vanuit de oudere ondernemers is er, zeker door de kredietcrisis, meer behoefte gekomen om een deel te cashen”, merkt Van der Meer. Van de zestig overnames die hij begeleidde, waren er 25 zogeheten pre-exits: de eigenaar casht een deel van de aandelen, later volgt de rest. Rendementen liggen op gemiddeld 13%.
Desondanks is niet ieder familiebedrijf een aanwinst voor de beleggingsportefeuille. In Nederland is Juno Investment Partners een expert in het op waarde schatten van deze bedrijven. Juno belegt circa €160 miljoen in Europese familieondernemingen met een beurswaarde van maximaal €4 miljard. De beleggingsmaatschappij uit Wassenaar heeft daarmee sinds 2008 een gemiddeld rendement van 14% per jaar geboekt.
Degenen die klant willen worden bij Juno moeten wel minimaal €150.000 meenemen. Dat is uiteraard voor slechts weinigen weggelegd. Maar voor particuliere beleggers die beursgenoteerde familiebedrijven willen opnemen in hun portefeuille, heeft Juno-directeur Frans Jurgens wel tips. Hij kijkt bijvoorbeeld allereerst naar familiebedrijven waarvan redelijkerwijs te voorspellen is hoe die de komende vijf tot tien jaar gaan groeien. De uitgangspunten daarbij zijn een groot marktaandeel, verdedigbaar concurrentievoordeel, hoge winstmarge, ruime vrije kasstroom, weinig vreemd vermogen en een stabiel management. „Het belangrijkste punt is voor ons het rendement op geïnvesteerd vermogen”, aldus Jurgens.
Als een belegger een goed gevoel heeft gekregen bij een bedrijf en de directie, moet vervolgens ook de prijs van het aandeel kloppen. Vorig jaar zijn de beurskoersen van familiebedrijven achtergebleven bij meer risicovolle aandelen, maar dat kan ook een kans bieden aan beleggers die gericht zijn op de langere termijn. Jurgens: „Wij zoeken geen sprinters, maar marathonlopers.”
Juno zelf kijkt veel over de grens. Het heeft belangen in onder meer de Duitse kaartjesverkoper CTS Eventim en de Italiaanse luxe warenfabrikant Salvatore Ferragamo. Het beleggingsfonds zit ook in de Deense softwaremaker Simcorp.
In Nederland heeft Juno geen aandelenbelangen. „Heineken en HAL zijn voor ons te groot”, legt Jurgens uit. Hij sluit niet uit in de toekomst in de voedingsmiddelengroothandel Sligro van de familie Slippens te stappen. „Maar zolang de supermarktketen Emté deel uitmaakt van Sligro is dat een ’no go’ voor ons wegens de lage nettomarges en het lage rendement op kapitaal.”
Jurgens kijkt eveneens met belangstelling naar drankenmaker Bols. Maar volgens hem zoekt Juno naar bedrijven die hun winst structureel met 10 tot 15% per jaar kunnen laten groeien. „Bols voldoet daar helaas niet aan.”
Heineken kent die winstgroei niet altijd, maar is in omzet en vooral in continuïteit een voorbeeld voor beleggers, zegt Lievens. „Vanzelfsprekend zullen er intern wel eens problemen zijn. De familievisie voor de lange termijn maakt dat beleggers er zelden door verrast worden. Het bedrijf is dankzij de familie niet voor niets zo groot geworden.”
Bron: Telegraaf, 7 januari 2017