Ik hoor ondernemers vaak zeggen: ‘waarom zo’n heel rapport van vijftig pagina’s, als in mijn markt bijvoorbeeld één keer de omzet betaald wordt?’. Het nut is er volgens mij zeker, al zit er een verschil tussen het waarderen in het geval van een geschil en de waardering in het geval van een transactie.

Waarom is dat anders? Bij het waarderen van een geschil zijn de partijen het in basis niet met elkaar eens, terwijl de partijen het in een geval van een transactie juist eens willen worden. Tussen beide waarderingspraktijken zit dus een heel groot verschil. Te groot, naar mijn mening.

Waarde bepalen
De waarde van een bedrijf of een object is de uitkomst van een rekensom, waarbij je enerzijds berekent hoeveel geld je er in de toekomst mee kunt verdienen en waarbij je anderzijds de risico’s inschaalt die hiermee gepaard kunnen gaan. Er zijn vele waarderingsmethodieken, maar de kenners zijn het er toch wel over eens dat de discounted cashflow (DCF) methode de beste is. Bij deze methode gaat men uit van de verwachte kasstromen die uw bedrijf in de toekomst zal genereren. Onder verwachte kasstromen wordt verstaan de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen om af te lossen of dividend uit te keren.

De bezwaren omtrent de onzekerheid van cashflow prognoses erken ik zeker, maar je kunt beter werken met inschatting van de toekomst dan een gemiddelde van de periode die achter ons ligt, weergegeven in de winst. In de praktijk blijken overigens veel prognoses in lijn te liggen met het de prestaties in het verleden. Het dwingt ondernemers wel na te denken over de toekomst.

Gedetailleerde rapporten
De praktische uitwerking van een waardering in een geschil en bij een transactie zijn technisch gelijk, maar praktisch sterk verschillend. Bij de waardering in een geschil zijn de uitgangspunten en variabelen van groot belang, omdat partijen daar -vanuit hun eigen standpunten- sterk verschillend over denken. De uitkomst van de waardering is meer een voortvloeisel van de uitwerking van de uitgangspunten en variabelen. Dit leidt dan vaak ook tot heel uitgebreide gedetailleerde waarderingsrapporten met een lange lijst aan disclaimers en een hoog theoretisch gehalte.

Uitkomst
Bij de waardering van een transactie gaat het veelal meer om de uitkomst en minder om de weg naar die uitkomst toe. Een verkoper is met name geïnteresseerd in hoeveel geld hij /zij krijgt voor zijn/haar bedrijf. In menig geval wordt deze waarde afgezet tegen een minimale pensioenbehoefte en niet zo zeer of het bedrijf reëel gewaardeerd is.

Voor een koper is met name de financierbaarheid en overnamestructuur belangrijk, om vast te kunnen stellen of de waarde überhaupt betaald kan worden. Vandaar dat veel bedrijven worden gewaardeerd op basis van multiples, zoals 1 X de omzet, 4 X EBIT (winst voor rente en belasting), maar ook bijvoorbeeld €1.000,- per klant.

Meer balans
Naar mijn mening moeten beide waarderingen meer van elkaar hebben. Ik zie regelmatig waarderingrapporten in geschillen, met uitkomsten waar nooit een transactie voor gedaan kan worden. Daarentegen worden er in het kader van transacties ook waarderingen gedaan op basis van kort–door-de-bocht vuistregels of factoren maal de omzet waar er geen enkele nuancering is op de uitkomst.

Ik vind dat een waardering pas waarde heeft als de uikomst tot een reële markttransactie kan leiden. Met een goede, gefundeerde onderbouwing van de uitgangspunten en variabelen.

Ongeveer goed
Ik sluit me dan ook graag aan bij de woorden van de geroemde investeerder Warren Buffet: “I’d rather be approximately right than precisely wrong.”

Tom is blogger bij DeOndernemer.nl zie hier zijn vorige blogs.