Op basis van een recent onderzoek van bureau Panteia verscheen op 13 februari in de media een bericht. De conclusie werd getrokken dat onder invloed van de recessie steeds minder mkb-familiebedrijven te koop komen en er vaker een overdracht plaats vindt aan de kinderen.

ZZP'ers
Naar ons idee snijdt deze conclusie geen hout. ZZP’ers en bedrijven met 100 medewerkers worden in het onderzoek gemakshalve bij elkaar geschoven als 'het MKB'. Voor de markt van bedrijfsoverdrachten is dit een denkfout.

Persoonsgebonden
Het MKB bestaat in het kader van bedrijfsoverdrachten uit twee heel verschillende groepen. De eerste groep betreft het kleinbedrijf dat erg persoonsgebonden is. Bij dit soort bedrijven is eigenlijk geen sprake van een te verkopen bedrijf. De verkoopwaarde wordt voornamelijk bepaald wordt door de waarde van de aanwezige bedrijfsmiddelen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om freelancers en ZZP’ers.

Substantiële overwinst
De tweede groep zijn de bedrijven met een substantiële overwinst na aftrek van de ondernemersbeloning. Daar is echt sprake van een onderneming met waarde, die middels een 'bedrijfsoverdracht' overgedragen kan worden. Van de 1,2 miljoen bedrijven in Nederland valt ongeveer 10 tot 15 procent in de tweede groep – het midden bedrijf.

Crisis
Volgens het onderzoek van Panteia komen er dus minder MKB-familiebedrijven te koop. Maar is dat wel zo? Uit cijfers van hetzelfde onderzoek blijkt dat bij een derde van de bedrijven groter dan tien medewerkers een overname speelt. Dit was voor de crisis ongeveer gelijk.

Geëxplodeerd
De daling aan bedrijfsovernames, die door vele media massaal is overgenomen, komt dus geheel voor rekening van het klein bedrijf. Dat is logisch te verklaren. Door de recessie is het aantal ZZP’ers namelijk geëxplodeerd. Die zullen niet snel bevestigend antwoorden op de vraag of er een bedrijfsoverdracht speelt. Bovenstaande wordt ook nog eens duidelijk als men naar de cijfers kijkt.

Procentueel
Procentueel is er inderdaad een daling in het aantal overnames. In absolute aantallen is er echter een stijging in het aantal bedrijven dat nu met verkoop bezig is. Het gaat om 50.000 bedrijven in 2003 en 64.000 in 2013.

Ruggengraat
Begin april bij de start van de Week van de Ondernemer lanceerde de ING ook een groot onderzoek over het familiebedrijf. Bij de inleiding staat het volgende: "Er zijn circa 260.000 familiebedrijven in Nederland. Dit komt neer op 69% van alle bedrijven (exclusief eenmanszaken en corporaties). Familiebedrijven vertegenwoordigen 53% van het bruto binnenlands product (bbp) en zijn verantwoordelijk voor 49% van de werkgelegenheid. Het is dus niet vreemd om te stellen dat familiebedrijven de ruggengraat zijn van de Nederlandse economie."

Twee eigenaren
Wat zijn die overige 31 procent aan bedrijven? Waarom behoren zij niet tot de ruggengraat van Nederland? Een familiebedrijf is volgens de definitie van de beide onderzoeken een bedrijf, waarbij de meerderheid in handen is van één persoon of één familie en waarbij zij ook actief zijn in het bestuur. Dus een bedrijf met twee eigenaren, die 50/50 aandeelhouder zijn, is geen familiebedrijf? En een ZZP’er die gisteren begonnen is wel?

Meer dan één generatie
Zou de definitie van een familiebedrijf niet moeten zijn dan het bedrijf dat meer dan één generatie in bezit is van één familie? Door deze definitie in twijfel te trekken, daalt het aantal familiebedrijven dramatisch en vormt het zeker geen 69% van het Nederlandse bedrijfsleven.

Langer dan 20 jaar
ING bevestigt dit zelf naar mijn idee ook door de familiebedrijven die zij voor het onderzoek geënquêteerd hebben. 85 procent van de respondenten heeft meer dan 50 medewerkers en 95 procent bestaat langer dan 20 jaar. Uit gegevens van het CBS blijkt dat er in Nederland in totaal maar 13.250 bedrijven met meer dan 50 medewerkers zijn. De respondenten groep betreft aldus een selectie uit een paar procent van alle bedrijven. Dus in hoeverre zeggen de uitkomsten van dergelijk iets over alle ‘mkb-familiebedrijven’ of de ruggengraat van Nederland?

Minder overdrachten
Bij Marktlink Fusies & Overnames zien wij in het middenbedrijf dat er steeds minder familieoverdrachten plaatsvinden. Dit is simpelweg omdat de kinderen vaak nog te jong zijn als overname speelt. Ondernemers wachten liever niet tot hun zeventigste om het bedrijf te verkopen. Veel van onze verkoopopdrachten betreffen ondernemers die in de 40 of 50 zijn en toe zijn aan een nieuwe uitdaging.

Arbitrair
Al met al kun je mijn inziens in het kader van bedrijfsovernames niet praten over ‘het MKB-familiebedrijf’. Van de 1,2 miljoen MKB bedrijven is bij 10 procent tot 15 procent slechts sprake van een over te dragen onderneming. Het apart definiëren van een familiebedrijf is in veel gevallen arbitrair en het onderscheid met niet-familiebedrijven nauwelijks relevant.

Klik hier voor de link naar de blog op de ondernemers.nl