Uit de jaarlijkse Bedrijfsovername Monitor is een duidelijke trend zichtbaar. Bijna de helft (47%) van de MKB-ondernemers in Nederland zegt open te staan voor verkoop bij een goed bod. 41% geeft aan mentaal klaar te zijn voor verkoop, terwijl dat in oktober 2015 nog maar 32% was. “Ondernemers leven niet langer in de toekomst, maar in het heden. Als zij nu kunnen cashen om meer van het leven te kunnen genieten, dan laten ze dat niet na. Maar dat veertig procent er voor open staat had ik niet verwacht”, vertelt Tom Beltman, partner bij Marktlink.
Het onderzoek, dat is uitgevoerd onder tweehonderd MKB-bedrijven met tien tot tweehonderd medewerkers, bevestigt de jarenlange verwachting van een uitblijvende overnamegolf. Beltman: “Na de crisis laten bedrijven weer veel betere resultaten zien. Veel ondernemers zien in de aantrekkende resultaten van hun bedrijf een ultiem moment om de waarde van hun bedrijf te cashen en het stokje over te geven aan een opvolger.”
Gunstig financieringslandschap
Door het gunstige financieringslandschap en de positieve verkopersmarkt, is de zogeheten pre-exitstrategie erg populair onder ondernemers, investeringsmaatschappijen en banken. Bij een pre-exit investeert de ondernemer samen met een investeerder in een holding die het bedrijf koopt. Zij worden beiden voor bijvoorbeeld 50% eigenaar van de investeringsholding die op haar beurt 100% eigenaar is van het (familie)bedrijf. Omdat investeringsmaatschappijen op dit moment veel geld in cash hebben, is er sprake van naar een grote vraag naar (familie)bedrijven. Maar omdat een investeerder veelal zelf niet het management wil voeren, investeren ze graag in (familie)bedrijven waar het management ook na overname actief wil blijven. De ondernemer en de investeerder zijn veelal goed voor circa de helft van de financiering; het overige deel financiert de bank. In het gunstige economische klimaat zijn banken weer snel bereid om overnames te financieren; de rente op overnamefinancieringen zijn dan ook extreem laag op dit moment.
Forse stijging pre-exit
Dat pre-exit steeds populairder wordt, is terug te zien in de Bedrijfsovername Monitor. Marktlink constateert een verviervoudiging van het aantal pre-exits ten opzichte van 2015, terwijl dat jaar ook al een duidelijke groei liet zien. Dat deze overnamestructuur voor veel ondernemers een interessante optie blijkt te zijn, is volgens Tom Beltman begrijpelijk. “Bij een pre-exit kan de ondernemer het vermogen dat vastzit in de onderneming grotendeels privé veiligstellen.” 40% van de ondernemers staat hier voor open. 22% haalt alleen een deel van de waarde uit hun bedrijf zolang ze een meerderheidsbelang houden; 18% doet dat ook bij een minderheidsbelang. Na een pre-exit blijft de verkoper de onderneming leiden om het bedrijf door te laten groeien. Na vijf tot zeven jaar stapt hij er definitief uit.
Ook de ING ziet deze ontwikkeling. Volgens André Bennink, directeur Acquisition Finance & Structured Lending, is het voor de bank en de investeerder vaak een geruststellende gedachte dat bij een pre-exit-constructie de ondernemer, die verantwoordelijk is voor het succes, aan boord blijft. Uit een tussentijdse analyse door de ING van transacties van de afgelopen tweeënhalf jaar blijkt dat in circa 30% van de gevallen sprake is van een pre-exit. In 2013 was dit nog circa 10%.
Na waardegroei tweede verkoop
Dat pre-exit voordelen heeft boven het direct verkopen van het bedrijf ligt met name in de verwachting dat er een duidelijke waardegroei plaatsvindt. Samen met de ondernemer stelt de investeerder een groeiplan op om binnen vijf tot zeven jaar een daadwerkelijke overname te realiseren. De kennis en kunde van de investeerder wordt samengevoegd met de ervaring van de ondernemer. Dankzij financiële rust kan dan worden gewerkt aan groei van de winst, verlaging van de ondernemingsrisico’s, een optimale inrichting van de balansposities en natuurlijk het vinden van de juiste koper. Zo snijdt het mes aan twee kanten. De ondernemer haalt een ervaringsdeskundige in huis en de investeerder weet zich verzekerd van betrokkenheid van de ondernemer.
Niet alleen ING, maar ook investeringsmaatschappij Antea Participaties ziet een toename in het aantal pre-exits. Robert De Boeck, oprichter en fondsmanager: “Wij zien deze ontwikkeling de afgelopen jaren sterk toenemen. Dit komt door het besef bij ondernemers dat zij niet per se tot de pensioengerechtigde leeftijd hoeven te wachten om te cashen op hun onderneming. De crisis heeft wat dat betreft de mindset wel veranderd. Voor de meeste ondernemers is het een eyeopener als je ze de principes uitlegt. Voor de investeringsmaatschappijen zijn het mooie constructies, omdat je een belang in het bedrijf krijgt, maar de kunde van de ondernemer –die in alle vrijheid mag blijven opereren – behoudt.”
Steeds minder honkvast
Dat ondernemers steeds minder honkvast zijn, blijkt verder uit het onderzoek van het M&A-kantoor. Vooral jonge ondernemers zien sequentieel ondernemerschap zitten: zij zien zichzelf wel een ander bedrijf runnen. Bij ondernemers boven de 55 jaar is dat 15%. Van de ondernemers die binnen nu en vijf jaar hun bedrijf zouden willen verkopen, geeft de helft aan dit te doen vanwege hun leeftijd. Slechts 5% doet dit om een nieuwe onderneming te starten. Bij ondernemers onder de 55 jaar ligt dat aandeel duidelijk hoger dan bij ondernemers boven de 55 jaar (14% versus 2%).
Ook de wens om het bedrijf te verkopen aan een familielid, een tot voor kort vastgeroeste opvatting onder veel ondernemers, neemt gestaag af. Gaf vorig jaar nog ruim een derde van de ondervraagden aan het liefst of alleen aan hun familie te willen verkopen, dit jaar is dat aantal gelijk aan het aantal ondernemers dat hun bedrijf net zo goed verkoopt aan een onbekende opvolger. Wanneer ondernemers hun bedrijf zouden verkopen aan een van hun kinderen, zouden zeven op de tien ondernemers dit doen via de BOF (bedrijfsopvolgingfaciliteit). 8% zou het bedrijf tegen marktwaarde aan hun kinderen verkopen.
Te hoge inschatting
Veel ondernemers schatten de werkelijke waarde van hun bedrijf overigens in eerste instantie veel te hoog in. Naarmate de daadwerkelijke overname dichterbij komt, hoe realistischer de verkoper wordt. Uit het onderzoek van Marktlink blijkt dat maar liefst 82% van de ondernemers zegt een goed inzicht te hebben in de waarde van het bedrijf. Maar bijna de helft weet niet wat de waarde van het bedrijf is als factor van de jaarwinst. Verkopers rekenen gemiddeld op 9,4 keer de jaarwinst, wat veel hoger is dan het marktgemiddelde.
Komt een overnamedeal in het vizier, dan dalen de meeste ondernemers met de prijs. Zij die binnen vijf jaar willen verkopen, waarderen het bedrijf op 8,3 keer de jaarwinst. Bij degenen die de verkoop nog niet in het vizier hebben, wordt gemiddeld een verkoopprijs van 10,1 de jaarwinst genoemd. Beltman: “Een buitenproportionele vraagprijs noemen, is vaak een signaal dat iemand nog niet toe is aan verkoop. Wij zien in de praktijk dat de waarde van een onderneming bij overname momenteel op ongeveer vier tot zes keer de jaarwinst ligt.
Pensioen
Een motivatie om een bedrijf te verkopen is vaak de leeftijd van de ondernemer. Oudere ondernemers (56+) zijn meer verkoopgeneigd (51%), dan ondernemers van 55 jaar of jonger (44%). De komende pensionering heeft daar alles mee te maken. De overgrote meerderheid van de ondernemers (94%) geeft aan dat ze jaarlijks inzicht hebben in de ontwikkeling van hun pensioen. Dat deze ontwikkeling in een stroomversnelling kan komen door een verkoop, zien veel eigenaren aan het eind van hun carrière als een buitenkans. In die zin laten de cijfers van de studie een logische beweging zien. In het huidige positieve, economische klimaat, waarin de winstgevend en daarmee de bedrijfswaarde toeneemt en waarin de financieringsmogelijkheden voor de verkoper gunstig zijn, kiezen steeds meer ondernemers voor het geld. Om lekker van het leven te genieten.
Bron: consultancy.nl